klik om terug te gaan

Boom, dankzij jouw bladeren
kan ik ademen
kan ik groeien
zorg jij dat ik leef.

Eerder liep ik als kind
door een tunnel van groen
terwijl licht en donker
zich op mijn jonge armen wierpen
en zo verbeelding schiep
uit bewegelijke mozaïeken
door bladeren die
zich kantelden in de zon.

Ik voelde mij geborgen
toen ik mocht slapen
onder de takkenboog
voorname kathedraal
zo wiegde ik in jou omhoog
en aaide een uil
die daarna voorgoed
verdwenen was.

Boom, nu besef ik
hoe sterfelijk ik ben
en dat wat ik beleef
vaak geen betekenis kent
maar ik troost mij
met de schoonheid
van de herinnering
en de gedachte
dat mijn adem
in jouw stam
in jouw jaarringen
gebleven is.

klik om terug te gaan

Deze kast was eerder
een levende boom
met een houten stam
gevuld met jaarringen
en een volle kroon
met een wirwar
van takken en bladeren
waar vogels, rupsen
en spinnen zich verzamelden.
Een volwassen boom
waar zon, wind en regen
sporen kerfden in haar huid

Deze kast was eerder
een levende boom
met wortels aan de stam
en zuurstof verspreidde
in zovele aderen
zodat jij en ik konden ademen
ongeacht wie of wat we waren
of tot welke God we baden
van welke stam we kwamen
of we recht of krom
of een zijtak
zijn geweest.

Joke Konijn, oktober 2009